‘Iets betekenen voor bewoners, daar word ik blij van.’
Begeleider in opleiding
Eric voelt zich gezien bij Bartiméus. ‘Bij nieuwe taken of over mijn opleiding zeggen mijn leidinggevende en collega's: je kan het! Ze stimuleren me zo om nieuwe dingen te proberen en dat maakt me zelfverzekerd.'
Eric, 26 jaar, getrouwd en vader van een dochter van twee jaar, werkt sinds 2022 bij Bartiméus. Eerst als begeleider in opleiding en sinds juli als helpende op niveau 2. Hij werkt op Brink 4-5 en begeleidt daar bewoners met een visuele en verstandelijke beperking. Hij brengt de dag door met ze, helpt ze met hun dagelijkse verzorging, kookt en maakt schoon. Hij doet van alles behalve medische handelingen, zoals hij zegt. Het werk geeft hem veel voldoening: ‘Ik word blij als ik zie dat ik iemand kan helpen.’
Drieënhalf jaar geleden kwam Eric naar Nederland. Hij deed eerst een taalcursus en werkte op een boerderij. Zijn schoonmoeder wees hem toen op de mogelijkheid van werken bij Bartiméus. Tijdens de open dag zag hij de prachtige ligging van onze vestiging in Doorn: midden in de bossen. Eric: ‘Het terrein is groot en zo rustgevend, je kunt hier van alles doen met bewoners zoals fietsen, wandelen en naar de moestuin.’ Na een paar dagen meelopen kon en wilde Eric graag beginnen als leerlingbegeleider.
Eerste opleiding na een jaar
Bartiméus raadde Eric aan om eerst te ervaren wat het werk inhoudt en of hij het werk leuk vond. Als dat zo was, kon hij op kosten van Bartiméus een opleiding volgen. Een jaar na zijn start was duidelijk dat Eric zich als een vis in het water voelde. Hij wilde graag beginnen met de opleiding. Afgelopen juli al rondde hij de opleiding af: Helpende zorg en welzijn, niveau 2. Hiervoor ging hij een dag per week naar school. Thuis leerde hij de stof en maakte de opdrachten, op zijn werk oefende hij het geleerde. Hij deed dat in zo’n tempo dat hij de tweejarige opleiding in één jaar af had.
Iets betekenen voor bewoners
Eric vindt zijn werk hartstikke mooi. Dat hij er voor de bewoners kan zijn, iets voor ze kan betekenen, daar wordt hij blij van: ‘Iemand scheren en een lekker luchtje opdoen, bijvoorbeeld. Ik wil er zelf ook goed uitzien als ik de deur uit ga. Ik haal echt voldoening uit dit soort kleine dingen.’
‘Het is ook leuk met de bewoners’, vertelt Eric. ‘Er is veel humor.’ En het werk relativeert, vindt hij: ‘Als je kijkt naar waar de cliënten dagelijks mee te maken hebben, dan maak je je zelf niet meer zo druk om dingen.’ Natuurlijk is het werk niet altijd makkelijk, bijvoorbeeld als een bewoner boos is. Maar hij kent de bewoners nu en zijn ervaring en opleiding maken het volgens hem makkelijker om hiermee om te gaan.
Gewaardeerd en gestimuleerd
Eric hoort van zijn leidinggevende en collega’s dat hij het goed doet. ‘Bij nieuwe taken of over mijn opleiding zeggen ze: je kan het! Ze stimuleren me zo om nieuwe dingen te proberen en dat maakt me zelfverzekerd. En heel fijn is natuurlijk dat Bartiméus mijn opleidingen betaalt, zowel de opleiding zelf als de schooltijd en boeken.’ Ook bleek Eric zijn uren gemakkelijk te kunnen uitbreiden toen hij die wens had. ‘Mijn vrouw werkt net als ik in de zorg en wilde minder gaan werken en ik meer. Ik legde dit voor aan mijn leidinggevende. Al snel had ik een gesprek met de teamleider en een nieuw contract met meer uren.’
Nachtdiensten hoeft Eric niet te draaien. Daarvoor heeft Bartiméus een nachtdienstenteam. Eric is daar heel blij mee en licht vrolijk toe: ‘Ik hou van mijn eigen bed, mijn vrouw en mijn dochter dus daar ben ik graag ‘s nachts.’
Zijn toekomst bij Bartiméus
Voor hij in Nederland kwam, werkte Eric in Duitsland bij een sociale werkplaats. Dat vond hij zo leuk, dat hij zijn huidige werk op de woning graag zou combineren met werk bij Boschwijk, de sociale werkplaats van Bartiméus. Hij heeft dat bij zijn leidinggevende aangekaart en die staat daarvoor open. ‘Dus misschien ga ik daar ook nog werken’, vertelt hij enthousiast. In ieder geval start hij in november met de opleiding Maatschappelijke Zorg niveau 3. Of hij daarna nog meer opleidingen wil doen? ‘Dat weet ik nog niet, maar ik ben nog niet zo oud, dus ik denk het wel.’