Sorry, we ondersteunen geen IE

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Doedag: Begeleiders en verwanten werken naar elkaar toe

Interview met Iwan Bunt, vader van Fia

Een tijdje geleden is Iwan Bunt is actief geweest tijdens de Doedag van Bartiméus. In dit artikel vertelt hij ons hoe hij dit heeft ervaren en wat hij allemaal heeft gedaan.

Terrein van Bartiméus

Iwan's dochter Fia woont op Forêtweg 2, in een woning van Bartiméus voor doofblinden. Vandaar dat hij als ouder betrokken is geweest en allerlei activiteiten heeft gedaan ten behoeve van de woning.

Fia’s Verhaal

Fia is één de drie kinderen van Iwan, zij is de oudste en heeft een zus en broer. Ze woont sinds 1996, met veel plezier bij Bartiméus. Fia is vanaf haar geboorte meervoudig beperkt, waardoor ze niet kan praten en horen en beperkt is in het zien. Ze is een buitenmens en houdt van wandelen en fietsen. Een ritje op de duofiets met een begeleider vindt ze prachtig. Ze kan enorm genieten van het mooie weer en de zon op haar gezicht.

De klussenlijst

Dochter Fia zelf heeft een laag ontwikkelingsniveau, dus ze kon zelf tijdens de doedag niet fysiek helpen met klussen. Wel kreeg ze het één en ander mee van de reuring in de woning. Extra aandacht en veel lekkers tussendoor, dat vond Fia wel leuk.

Naast haar vader kwamen ook haar moeder en zus Melissa helpen. Zij hebben onder andere kasten opgeruimd en de keuken schoongemaakt. Behalve de familieleden van Fia waren ook nog familieleden van andere bewoners van Forêtweg 1 en 2 gekomen om mee te helpen.

Zelf heeft Iwan in de tuin het meubilair en de stoep schoongespoten. Ook heeft hij binnen nog wat kleine reparatieklusjes gedaan. Ter voorbereiding van de Doedag hebben de woonbegeleiders en de verwanten samen  een lijst van klussen gemaakt waar je als verwant op kon intekenen.

Eerder was er ook weleens een dag georganiseerd om klussen op te pakken, maar toen was vooraf onvoldoende nagedacht over wie welke klussen zou kunnen oppakken. Er was geen lijst gemaakt. Iwan: ‘Als je dan komt, dan is dat lastig. Als mensen dan ter plekke nog moeten bedenken wat je moet gaan doen, dan stimuleert dat niet erg. Zeker niet voor mensen die ver moeten reizen en dan maar weinig kunnen doen. Als het niet goed voorbereid is, dan is het lastiger om in actie te komen.’ De klussenlijst helpt dus om effectief en zinvol met elkaar aan de slag te gaan.

De dag zelf

De Doedag startte met koffie, thee en wat lekkers. Daarna ging iedereen aan de slag. Tussen de middag werd er samen geluncht met broodjes en meer lekkers. In de middag werd er met elkaar nog wat uren gewerkt. Aan het eind was er een gezamenlijke afsluiting. Zo is er flink wat voor elkaar gekregen en was het ook gezellig.

De rol van de bewoners

De bewoners hadden een beperkte rol tijdens deze dag. Een enkeling kon helpen met een klusje, maar voor de meesten is dat geen optie. Voor de bewoners was het juist fijn dat ze naar buiten gingen, zo konden ze de drukte in en om de woning wat te ontlopen. Er waren deze dag immers meer mensen op de woning dan gebruikelijk. Het was daarom fijn voor de bewoners om dan even te gaan wandelen of naar bezoek te brengen aan een activiteit op een andere woning.

Van tevoren was hier al over nagedacht en rekening mee gehouden. De woonbegeleiders en verwanten hadden het besproken er bedacht wat hiervoor geregeld moest worden. Iwan heeft een goed contact met de woonbegeleiders van Fia, dus het maken van afspraken ging prima.

Vraagverlegenheid

Na de Doedag is er een werkgroep gestart die bekijkt of er voor heel Bartiméus een klussenlijst kan komen. Zodat verwanten ook in andere woningen klussen kunnen doen als ze dat willen.
Stel, iemand is goed in schilderen, dan zou hij dat ook in een andere woning kunnen doen.

Iwan merkt dat de medewerkers het soms nog moeilijk vinden om de hulpvraag te stellen. ‘Ze willen alles zelf doen en zijn heel betrokken. Maar dat betekent ook dat ze soms dingen doen waarvan ik vind dat ze daar eigenlijk niet druk mee zouden moeten zijn.’ Het hoort erbij, maar Iwan wil eigenlijk dat ze zoveel mogelijk tijd aan de zorg voor Fia besteden. ‘Als wij als ouders en verwanten de andere dingen kunnen doen voor de begeleiders, dan hebben zij meer tijd over voor de zorg aan Fia en de andere bewoners.

‘Je ziet wel dat ze het eerst intern proberen, bijvoorbeeld bij de technische dienst. Maar met name de meer ervaren medewerkers, daar hebben we als ouders en verwanten zo’n vertrouwensband mee dat ze de hulpvraag wel durven te stellen. Een voorbeeld. Buiten de woning staan twee schommelbanken. Van eentje is de bekleding kapot. Een begeleider heeft me nu gevraagd om mee te denken over hoe ze de schommelbank kunnen repareren.’

Persoonlijke betrokkenheid

Door te helpen met klussen in de woning kan Iwan Fia helpen. Het is niet zo dat hij het alleen voor haar doet, hij doet het ook voor de anderen. Want iedereen geniet bijvoorbeeld van zo’n schommelbank.

Iwan heeft Fia tot 2020 om het weekend naar huis gehaald om te verzorgen. Maar door omstandigheden ging dat daarna niet meer en hebben hij en zijn vrouw die situatie moeten veranderen. Nu gaan ze met enige regelmaat een dagje naar Fia toe. Ze doen dan op de groep een activiteit. Ze gaan wandelen, lunchen en aan het einde van de dag brengen ze haar weer terug. Ook gaan ze elk jaar met Fia op vakantie in Zeeland. Naar het strand en fietsen.

Wat het klussen betreft, zegt Iwan: ‘Ik heb drie kinderen, die wonen allemaal ergens. Als ze hulp nodig hebben bij een klus, dan doe ik dat als vader. Dat Fia dan bij Bartiméus woont en er ook anderen in haar huis wonen, maakt daarbij niet uit.’

Iwan en zijn vrouw hebben regelmatig contact met de begeleiders. Met de ouders van andere bewoners hebben ze beperkt contact. Als ze elkaar op de woning tegenkomen, dan spreken ze met elkaar. Ook zijn er soms bijeenkomsten voor de verwanten, zoals de kerstviering waar hij het eerder over had. Dan zie je alle ouders, verwanten en begeleiders.

Iwan vindt het wel jammer dat niet alle verwanten hebben geholpen bij de Doedag. Natuurlijk heeft iedereen daar zijn eigen reden voor en dat is prima. Maar hij zou graag willen dat meer ouders en familieleden betrokken zouden zijn bij het oppakken van de klussen. ‘Want dat komt onze kinderen ten goede.’

Oproep aan andere ouders en verwanten

Iwan roept andere ouders en verwanten op om met begeleiders in gesprek te gaan over welke klussen zij zouden kunnen oppakken. ‘Schroom niet! En vraag ook of de begeleiders dan eerst afstemmen met de technische dienst. Want bepaalde klussen moeten zij doen. En als de technische dienst het niet doet, wat is er dan voor nodig om het als ouder of verwant te doen. Neem als verwant  hier initiatief in en wacht niet tot bijvoorbeeld het schilderijlijstje van de muur valt.’

Op de vraag of hij een klus ziet op het terrein van Bartiméus, waarvan hij vindt dat daar wat aan gedaan moet worden, ziet Iwan er wel een paar. Zo valt het hem op dat tuinmeubilair en buitenmateriaal het hele jaar buiten staan. Zomer en winter. Hierdoor wordt het snel groen door de bomen en gaat het snel achteruit. ‘Ze zouden moeten nadenken of er niet meer schuurtjes of bijgebouwen moeten komen om dit soort spullen in op te slaan.’

Een ander voorbeeld is dat hij duofietsen met lekke banden zag staan. ‘Dat is zonde, want die fiets kan dan niet gebruikt worden. Terwijl fietsen voor veel bewoners een favoriete activiteit is.’

Iwan kan zich voorstellen dat begeleiders dit op een gegeven moment ook niet meer zien. En dan is de blik van een relatieve buitenstaander nodig om het aan de kaak te stellen. ‘Ik kan het me voorstellen hoor, één van de zorgen is ook de personele bezetting. Niet alleen bij Bartiméus, maar overal. Ook op de groep van Fia werken invalkrachten. Zij komen incidenteel en doen de zorg, maar ze hebben minder oog voor dat bijvoorbeeld het gordijn scheef hangt of dat er iets moet gebeuren. Dat is begrijpelijk, maar daardoor wordt er minder onderhoud gepleegd. Er blijven vaker klusjes liggen die niet doorgegeven worden.’

Cirkel van Vijf

Iwan heeft wel eens gehoord van de Cirkel van Vijf bij Bartiméus. Die bestaat uit het meer laten doen door de bewoners zelf, technische hulpmiddelen, hulp van verwanten en vrijwilligers, hulp van maatschappelijke organisaties en zorg door Bartiméus. Iwan ziet dat Bartiméus veel doet aan het verbeteren van de zelfstandigheid van bewoners. Ook merkt hij dat ouders en verwanten beter betrokken worden, waar hij als ouder blij mee is.