We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.
Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!
Tjarda Struik (36) was 6 toen ze door een oogziekte steeds minder ging zien. Nu ziet ze nog maar 5 procent. Tjarda werkte bij het Bartiméus Fonds én is ‘blindfluencer’: ze heeft ruim 170.000 volgers op TikTok en Instagram. Haar missie: mensen met een (visuele) beperking meer zichtbaar maken.
Je gaat vol aan de slag met je eigen bedrijf. Hiervoor stop je met je functie bij het Bartiméus Fonds, waar je nog wel ambassadeur blijft. Waar hield je je bij het Fonds mee bezig?
“Ik was programmamanager Onderwijs en Werk. Ik hield me bezig met het starten of financieren van projecten die het arbeidsparticipatiepercentage van mensen met een visuele beperking omhoog helpen. Ik werkte bijvoorbeeld aan een project dat mensen met een visuele beperking ondersteunt bij het opzetten van een eigen onderneming. En een project om een compleet omscholingstraject naar de IT toegankelijk te maken. Op dit moment is slechts 29% van de mensen met een visuele beperking aan het werk. Met deze projecten droeg ik mijn steentje bij aan het verhogen van dit aantal.”
Als het gaat om arbeid, timmer jij zelf succesvol aan de weg. Je bent spreker, adviseur, contentmaker én je zit in de gemeenteraad van Zeist. Wat helpt jou om ondanks je visuele beperking 100% te leven?
“Ik geef niet snel op. Uiteindelijk bereik je dan succes. Kijk, als je een beperking hebt, dan ben je gewoon beperkt in wat je doet. Daar moet je mee leren dealen. Daarnaast moet je extra skills ontwikkelen om met tegenslag te leren omgaan. Want je wordt structureel meer afgewezen. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat mensen met een beperking vaker worden gediscrimineerd. Zelf ben ik ook heel vaak afgewezen bij sollicitaties. Als mensen plaatsen we elkaar nu eenmaal graag in hokjes; zo houden we de wereld overzichtelijk en begrijpelijk. Ik vind dat begrijpelijk, maar loop daar dus wel tegenaan.”
Wat voor skills heb jij zelf ontwikkeld om dit te overwinnen?
“Eén van de dingen die mij met de paplepel is ingegoten, is mijn ondernemersgeest. Ondernemers doén gewoon, ook al zit het tegen. Ze bekijken dingen positief en als iets niet lukt zoeken ze een andere weg. Dat doe ik van nature ook. Daardoor kom ik ver: als iets niet lukt of ik word afgewezen, probeer ik iets anders. Dit heeft ook een keerzijde: ik hoor hierdoor ook wel dat het bij mij nooit genoeg is. Mensen noemen mij wel eens Rupsje Nooitgenoeg.”
Jij zit volgens mij niet gauw bij de pakken neer?
“Dat klopt, of maar voor even. Ik ga heus niet altijd huppelend door het leven. Ik vind het ook gewoon hartstikke vervelend dat ik steeds minder zie. Maar ik heb óók die veerkracht. Wat ook belangrijk is, is dat je assertief bent. Niemand kan aan jou zien wat jij nodig hebt. Met een beperking heb je altijd net iets meer nodig dan een ander. Dat moet je heel goed kunnen aangeven, anders blijf je zwemmen.”
Ik geef niet snel op. Uiteindelijk bereik je dan succes.
Heb je hierin tips voor andere mensen met een visuele beperking?
“Omring jezelf met mensen die iets hebben, kunnen of doen wat jij zelf ook zou willen. Zelf heb ik dit mijn leven lang gedaan. Ik stuurde dan gewoon een berichtje naar iemand van: hé, ik zie dat jij een topfunctie hebt, hoe heb jij dat geregeld? Veel mensen willen daar dolgraag over vertellen. Zoek die mensen op. Ga het gesprek met hen aan of volg hen gewoon op social media. Dat kan jou ook weer op ideeën brengen. Waar je mee omgaat, daar word je mee besmet.
En nog een tip richting ouders van kinderen met een visuele beperking: overbescherm je kind niet. Ik zie zó veel ouders die hun kind overal bij willen helpen en begeleiden. Want ze moeten vooral niet vallen of gepest worden. Ze moeten vooral geen pijn lijden, mentaal of fysiek. Maar dat is wel de wereld. Je kunt wel op een speciale school zitten of ouders hebben die je de hele tijd een hand boven het hoofd houden. Maar als je vervolgens naar buiten gaat, kom je dat wél allemaal tegen. Daar moet je mee kunnen leren omgaan.”
Hoe zijn jouw ouders daarin met jou omgegaan?
“Die waren hierin vrij hard. Zij vonden dat ik mijn zelfstandigheid moest behouden, dat ik dingen zelf moest doen. Ik moest zelf fouten maken, vallen en opstaan. Daar heb ik veel van geleerd. Soms was het ook wel eenzaam, maar dat is het denk ik ook als je de hele tijd beschermd wordt.”
Je bent erg actief op social media en hebt veel volgers. Hoe vind je het om zo in de ‘spotlight’ te staan?
“Ik heb het podium altijd al leuk gevonden. Daarnaast heb ik ook wel echt een missie in het leven: het meer zichtbaar maken van mensen met een beperking. Daar draagt mijn aanwezigheid op de socials aan bij. Al maak ik content die grappig is of heel slap, mensen hebben het elke keer wél over Tjarda die blind is. Dan hebben ze het toch maar mooi weer over blind zijn, snap je? Laatst is Dumpert (een online videoplatform, red.) met een filmpje van mij aan de haal gegaan. Heel flauw, maar ik denk dan bij mezelf: er is zo wel weer aandacht voor iemand met een beperking.”
Wat voor verschil hoop je dat die zichtbaarheid zal maken?
“Hoe vaker je ergens aan blootgesteld wordt – en dat ‘ergens’ dat ben ik dan, haha – hoe normaler het wordt. Daar geloof ik in. Vroeger stopten we mensen met een beperking weg in het bos. Veel bomen en struiken ervoor, en je kon er niets meer van zien – letterlijk en figuurlijk. Tegenwoordig wordt er gezegd: ga maar de samenleving in. Dat is hartstikke moeilijk voor veel mensen, maar dat is wel de realiteit. Het normaliseren van mensen met een beperking kan de drempel lager maken. Wat mij betreft heeft de helft van de cast van GTST straks een beperking, ik zeg maar wat. Het moet zo normaal mogelijk worden.”
Je zit ook in de gemeenteraad van Zeist. Heeft dat voor jou ook te maken met dat normaliseren?
“Ja, zeker. Ik hou helemaal niet van overleggen – en in een gemeenteraad doe je niet anders. Maar ik weet: puur door mijn aanwezigheid maak ik al verschil. Ik hoef daar niet eens actief iets voor te doen. Als het in de raadsvergadering gaat om de openbare ruimte en er zit iemand bij die niets kan zien, gaan mensen vanzelf anders denken; bewust of onbewust.”
Ik moest zelf fouten maken, vallen en opstaan.
Uiteindelijk droom je van burgemeester worden. Waarom wil je dat?
“Mensen met een beperking moeten zichtbaar zijn op plekken waar besluiten genomen worden. Toen ik mij oriënteerde op de kant die ik op wil in de politiek, sprak het burgemeesterschap mij het meest aan. Waar je als partijlid moet kijken naar verschillen om je te kunnen onderscheiden, kijkt een burgemeester juist hoe je mensen kunt verbinden. Ik ben gaan praten met burgemeesters en heb me vorig jaar aangemeld voor een oriëntatieprogramma voor burgemeesterschap vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken én ben toegelaten. Ieder jaar mogen hier maar vijftien mensen aan meedoen. Ik ben er dus erg serieus mee bezig. Ik weet alleen nog niet wat straks voor gaat: het burgemeesterschap of mijn rol als blindfluencer. Dat zal gaandeweg blijken.”
Wat verschil hoop jij als burgemeester Tjarda Struik te kunnen maken?
“Ik wil een heel laagdrempelige burgemeester zijn. Een TikTok-burgemeester. Niet zo’n burgemeester met grijs haar die heel afstandelijk is… Nee, gewoon echt een authentieke burgemeester. Die ook de jonge mensen meer kan betrekken. In Zeist wordt ieder jaar een kinderburgemeester benoemd. Normaal vinden kinderen het dan heel leuk om daar mee op de foto te gaan. Maar de afgelopen twee keer wilden ze ineens niet met de kinderburgemeester op de foto maar met míj. Zo maak ik de politiek ineens ook interessant voor kinderen.”
Word je veel door kinderen herkend?
“Ja, heel veel. Mijn volgers op TikTok zijn vooral kinderen en jongeren tussen de 8 en 25 jaar. Op straat vragen steeds meer mensen of ze met mij op de foto mogen. Laatst gebeurde het zelfs in de sauna. Dat is best heftig soms. Ik kom met mijn kinderen natuurlijk ook veel op plekken waar veel andere kinderen zijn. Daar is het helemaal erg. Maar ze staan zelfs voor mijn huis, filmen mijn huis, bellen aan…”
Maar dat is het wel waard?
“Ja, ik denk dan maar: wie had 10 jaar geleden gedacht dat mensen fan zouden kunnen zijn van een blinde vrouw? Dat is toch uniek! Ik denk dat ik op deze manier meer bewustwording creëer dan veel andere organisaties in de afgelopen jaren hebben kunnen doen. Zeker om de toekomstige, jonge generaties te bereiken is dit wel de weg.”
'Ik help je wel even’. ‘Laat mij dat maar doen.’ ‘Zal ik je brengen?’ Simon kan die zinnetjes wel dromen. Sinds 2011 is hij zo goed als blind, bijna van de ene op de andere dag. Hij heeft er inmiddels mee leren leven, maar merkt dat mensen in zijn omgeving soms nog niet zo ver zijn.
Elzemiek van Berkel vertelt over haar zoontje Lars (toen 5). Bij Lars werd zes weken na zijn geboorte een zeldzame oogaandoening geconstateerd. Die was gelukkig minder somber dan Elzemiek in eerste instantie dacht: ‘Van wanhoop naar hoop, zo voelde die dag bij Bartiméus.'