Sorry, we ondersteunen geen IE

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Wat is NAH

Bij niet-aangeboren hersenletsel (NAH) heeft iemand hersenschade opgelopen door bijvoorbeeld een herseninfarct, een hersenbloeding, een ongeluk, een ziekte of zuurstoftekort. Dat kan heel verschillende klachten geven, onder andere met zien. We kijken weliswaar met onze ogen, maar we zien met onze hersenen.

Mensen met NAH kunnen verschillende problemen hebben met zien. De hersenen kunnen bijvoorbeeld informatie vanuit de ogen niet meer goed verwerken of de oogspieren niet goed meer aansturen. Deze mensen kunnen de wereld soms heel anders waarnemen dan voor hun hersenletsel en hun klachten zijn vaak heel divers. Zo kan voor de één bijvoorbeeld lezen moeizaam gaan, omdat de scherpte in het zien wisselt of omdat woorden steeds verspringen. Iemand anders kan juist probleemloos lezen, maar heeft moeite een gezicht te herkennen.

Oorzaken van NAH

Hersenletsel kan onder andere ontstaan door een ongeluk, beroerte (hersenbloeding of herseninfarct) of zuurstoftekort. Ook een hersentumor en ziekten als MS (multiple sclerose) en dementie zijn vormen van hersenletsel die kunnen leiden tot problemen met het zien. Deze laatstgenoemde ziektebeelden tasten de hersenen langzaam steeds meer aan, waardoor klachten ook steeds verder zullen toenemen: het zijn neurodegeneratieve aandoeningen. Lees meer over NAH door neurodegeneratieve aandoeningen.

Samengevat zijn er drie soorten oorzaken van NAH:

  • Traumatisch hersenletsel door bijvoorbeeld een ongeval.
  • Niet-traumatisch hersenletsel door bijvoorbeeld een beroerte of een tumor.
  • Neurodegeneratieve aandoeningen , bijvoorbeeld dementie en multiple sclerose (MS).

NAH en CVI

Als problemen met zien ontstaan door een stoornis in de hersenen, is er sprake van een Cerebrale Visuele Stoornis: CVI (vanuit het Engelse Cerebral Visual Impairment). Wanneer CVI ontstaat door bijvoorbeeld een aangeboren afwijking, vroeggeboorte of zuurstoftekort tijdens de geboorte, gaat het om hersenletsel dat wezenlijk anders is dan wanneer dit op een latere leeftijd wordt verworven. Je kunt over deze specifieke problematiek meer lezen in het kennisdossier CVI.

Visuele problemen die voorkomen na hersenletsel dat op latere leeftijd is ontstaan, noemen we visuele problemen na niet aangeboren hersenletsel (NAH). Hierbij gaan wij uit van een (zo goed als) uitontwikkeld brein. Je leest hier meer over op deze pagina's.

Visuele problemen door NAH

Bij het zien spelen de hersenen een belangrijke rol. De hersenen sturen allereerst de ogen aan, zodat je bijvoorbeeld niet dubbel ziet en met beide ogen tegelijkertijd ergens naar kunt kijken. Verder is een groot deel van de hersenen betrokken bij het ontvangen en vervolgens verwerken van visuele informatie die via de ogen binnenkomt. Bij dit hele proces van visuele waarneming kunnen veel dingen misgaan.

Vier groepen cliënten

Bij Bartiméus zien we grofweg vier verschillende groepen cliënten die door hersenletsel problemen hebben met de visuele waarneming. Hieronder leest u meer over die vier groepen, en daarna over specifieke visuele klachten die deze mensen kunnen hebben.

  • Mensen met gezichtsvelduitval: zij nemen vaak de helft of een kwart van hun gezichtsveld niet meer waar. Het ontstaat meestal door een beroerte en heet respectievelijk ook wel hemianopsie of kwadrantanopsie.
  • Mensen met problemen bij het betekenis geven aan wat ze zien. Ze herkennen bijvoorbeeld niet meer dat iets een stoel is, of een gezicht. Of ze zien niet meer goed waar iets zich bevindt, waardoor het lastig wordt om een voorwerp te pakken of de weg naar huis te vinden.
  • Mensen die hun ogen niet goed meer kunnen aansturen. Zij zien bijvoorbeeld dubbel of kunnen hun ogen niet meer naar beneden richten. Hierdoor wordt het bijvoorbeeld lastig  om diepte te zien en een goed overzicht van de omgeving te behouden.
  • Mensen die last hebben van (visuele) overprikkeling. Zij vinden kijken vaak vermoeiend, hebben last van licht en/of details en kunnen daardoor lezen niet goed volhouden. Dit soort klachten  worden regelmatig gehoord na een hersenschudding (dan meestal tijdelijk), maar ook na andere vormen van hersenletsel. Lees meer over overprikkeling van de hersenen.

Hersenletsel én oogproblemen

Daarnaast zijn er mensen die al oogproblemen hadden voordat ze hersenletsel opliepen. Bij hen beschadigt het hersenletsel soms niets dat met zien te maken heeft, en toch krijgen ze meer problemen met zien. Dat kan bijvoorbeeld komen door vermoeidheid − een veel voorkomend probleem bij hersenletsel – en de verminderde mogelijkheid om compensatiestrategieën in te zetten.

Klachten die kunnen optreden bij NAH

In de lijst hieronder staan klachten genoemd die als gevolg van NAH kunnen optreden op het gebied van het zien. Let op, de lijst is niet volledig en elke situatie van een cliënt is weer uniek.

  • Moeite met herkennen van voorwerpen, vormen, letters, gezichten of gezichtsuitdrukkingen;
  • Stoornissen in de oogbewegingen en oogstand;
  • Moeite met ingewikkelde visuele situaties: iets zien tegen een drukke achtergrond, iets vinden tussen andere dingen, iemand zien in een menigte;
  • Moeite met het benoemen, herkennen of waarnemen van kleuren;
  • Afwisselend scherp en wazig zien (per moment kan dit verschillend zijn);
  • Minder details zien;
  • Moeite met het rijken en grijpen naar objecten;
  • Moeilijk op één punt kunnen fixeren;
  • Minder onthouden van iets wat is gezien (visueel geheugen);
  • Moeilijk overzicht kunnen krijgen in een vreemde of veranderde ruimte (oriëntatie);
  • Losse onderdelen herkennen, maar niet het geheel overzien;
  • Maar één object tegelijk zien (ook wel simultaanagnosie);
  • Dubbel zien;
  • Last van het licht: meer licht nodig, alles in een donkere waas, overgevoelig voor fel licht;
  • Moeite met overgangen van licht naar donker;
  • Dingen zien die er niet zijn (visuele hallucinaties);
  • Vermoeidheid bij het kijken;
  • Geluid en beeld lopen ongelijk (opvallend bij bijvoorbeeld tv-kijken);
  • Onrustig beeld;
  • Leesproblemen;
  • Problemen met de visuele aandacht. Er is dan niet altijd voldoende aandacht voor datgene wat wordt bekeken. Hierdoor wordt een deel van de informatie niet bewust waargenomen.
  • Uitval van delen van het gezichtsveld: bijvoorbeeld de gehele linkerhelft of rechterhelft  wordt niet meer waargenomen, wat ook wel hemianopsie wordt genoemd. Het probleem is vaak vooral dat de hersenen de uitval foutief invullen met de informatie die ze hebben.

Naast specifieke klachten: vermoeidheid.
Het is heel persoonlijk welke van de bovenstaande problemen iemand met NAH heeft, onder andere afhankelijk van het type en de plaats van het hersenletsel. Vooral in de eerste maanden na het letsel kan nog sprake zijn van spontaan herstel. Veel van de problemen zorgen ervoor dat alledaagse activiteiten (veel) meer energie kosten en daardoor vermoeiend zijn. Vermoeidheid is ook een veelgenoemde, algemene klacht voor mensen met NAH. De oorzaak is niet weg te nemen, maar het helpt als u en uw behandelaren dit weten. Dan kunt u beter omgaan met deze klachten.