Sorry, we ondersteunen geen IE

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Soorten diagnostisch onderzoek

Om de juiste diagnose te stellen zijn vaak verschillende onderzoeken nodig. Hoeveel onderzoeken en welke dat zijn, verschilt per persoon. Onze specialisten bepalen welke onderzoeken noodzakelijk zijn. We kijken bijvoorbeeld naar het oog zelf, naar wat de ogen kunnen en naar het functioneren van de oogzenuw. Hieronder vind je een overzicht van de mogelijkheden. 

Oogheelkundig onderzoek

Onderzoek naar de anatomie, bijvoorbeeld door foto’s te maken van het oog en van het netvlies. Een oogarts en een orthoptist verzorgen dit onderzoek. Als zij vermoeden dat de afwijking erfelijk is, kunnen zij ook familieleden onderzoeken.   

Functieonderzoek

Onderzoek naar wat de ogen kunnen. Hierbij meten we bijvoorbeeld gezichtsscherpte, gezichtsveld, het zien van kleuren en het aanpassen aan het donker.  

Elektrofysiologisch onderzoek: meten netvlies of oogzenuw

Onderzoek naar het functioneren van het netvlies of de oogzenuw. Hiermee kunnen we de gezichtsscherpte bepalen en veranderingen in aandoeningen signaleren. Er zijn verschillende soorten elektrofysiologisch onderzoeken. De meest voorkomende zijn: 

  • Visual Evoked Potential (VEP) 
    Beelden komen via ons oog binnen en gaan via de oogzenuw naar onze hersenen. Pas dan kunnen we spreken van zien. Dit traject heet het visuele systeem. Bij VEP kijken we naar de reactie in de hersenen op beelden die we via een monitor tonen. De resultaten zeggen iets over de gezichtsscherpte en het transport van signalen via de oogzenuw. Om de signalen te kunnen meten, plakken we elektroden op het achterhoofd. 
  • Elektro Retino Gram (ERG) 
    Een ERG meet de werking van het netvlies met lichtflitsen die de lichtgevoelige cellen in het netvlies prikkelen. Deze cellen zetten de lichtprikkels om in elektrische signalen en deze signalen vangen we op met elektroden die verbonden zijn met een computer. De elektroden zijn dunne kunststof draadjes die tegen het oog worden gelegd. We doen de metingen in een donkere kamer (om het kijken in het donker en schemering te meten) en in een lichte kamer (om het zien van kleuren in het licht te meten).  

    Bij baby's en jonge kinderen hebben wij een aangepaste, verkorte methode van het ERG. Er wordt een sticker onder het oog geplakt, waarna met lichtflitsen de werking van het netvlies gemeten kan worden. Deze meting kan ook in het licht en in het donker uitgevoerd worden.
Baby op schoot met meetapparatuur voor het oog, in een onderzoeksruimte. De baby houdt een banaan vast.
Oogarts houdt meetapparaat voor oog van een baby. De baby wordt vastgehouden door een andere vrouw.

Tijdens het onderzoek

Natuurlijk houden we tijdens het hele onderzoek in de gaten hoe het met het kind gaat. We letten op gedrag en lichamelijke signalen en natuurlijk luisteren we naar wat het kind zegt. Als het te spannend wordt, stoppen we. We zullen een kind nooit dwingen bepaalde onderzoeken te ondergaan. Samen kijken we dan of we een manier kunnen vinden om het onderzoek minder spannend te maken, zodat het toch door kan gaan.